Dubbelinterview met Theo Martens (Hechtel-Eksel) en Bert Lambrechts (Provincie Limburg)


Als gedeputeerde van Milieu en Natuur heeft u de komende jaren veel werk aan de winkel om ook in Limburg de CO2-uitstoot te laten dalen. Hoe pakt u dat aan en hoe ondersteunt u daarbij de gemeenten?
Gedeputeerde van provincie Limburg Bert Lambrechts: “Al meer dan tien jaar ondersteunen we met de provincie het energie- en klimaatbeleid van onze gemeenten. We doen dat samen met sterke partners en vanuit een aanbodstrategie. Geen betutteling, we doen het niet in hun plaats, maar we bieden concrete projecten aan waar ze kunnen aan deelnemen en op die manier zelf aan de slag gaan mét de nodige begeleiding. Een van de recente sterke projecten is het Europese project SURE2050 dat van start ging in mei 2019. Twaalf gemeenten, waaronder Hechtel-Eksel, stapten in het opleidings- en coachingstraject. Als provincie focussen we in ons klimaatbeleid op de belangrijkste problemen. Die dingen waar we echt iets aan kunnen doen. Een van die dingen is het energieverbruik en – daaraan gekoppeld – de uitstoot door de verwarming en het elektriciteitsgebruik van gebouwen. In dit geval dus van gemeentelijke gebouwen.”

Theo Martens, met welk doel zijn u en uw collega schepen Jacky Snoeckx van patrimonium in 2018 in het RHEDCOOP-project en in 2019 in SURE2050 gestapt?
Schepen (van o.a. duurzaamheid) van Hechtel-Eksel Theo Martens: “We onderkenden de nood aan duurzame investeringen op korte termijn in een aantal van onze eigen gebouwen. Rhedcoop gaf ons de kans om dat te doen samen met de bewoners/gebruikers en aantal andere geïnteresseerde partijen.
Omdat Hechtel-Eksel als kleine gemeente niet voldoende knowhow in huis heeft om dergelijke projecten tot het gewenste einde te brengen, zijn we zeer blij met de specialistische inbreng van Dubolimburg.
Wat betreft SURE2050: dat project reikt ons interessante tools aan om op termijn enkele projecten concreet te kunnen uitwerken.”

Wat drijft u persoonlijk om beide projecten zo nauw op te volgen?
Schepen Martens: “Ik vond het zelf zeer interessante projecten. We zijn in Hechtel-Eksel al een tijdje bezig met het verduurzamen van ons patrimonium, en als schepen zie ik er graag op toe dat ons ambitieuze klimaatplan ook in de praktijk wordt omgezet.”

Over hoeveel gebouwen beschikt jullie gemeente? En wat is de huidige status van jullie patrimonium?
Schepen Martens: “We hebben een twaalftal gebouwen die in aanmerking kwamen voor een opfrisbeurt. We hebben zelf al stappen gezet om gemeenschapscentrum De Schans te renoveren, en de sporthal is ook van de longlist op de uiteindelijke shortlist geraakt.

Het SURE2050-project loopt nog tot 2022. Rhedcoop loopt af in 2021. Welke kansen en /of positieve inzichten hebben jullie tot nu toe door deelname aan de projecten gekregen en wat hebben jullie al kunnen realiseren?
Schepen Martens: “Door middel van een studieronde hebben we een goed beeld gezien van de noden van onze gebouwen. Dat inzicht was heel verhelderend. Het helpt ons bij de ontwikkeling van een strategische visie. De sporthal is een mooi voorbeeld van de integrale manier waarop we nu en in de toekomst met onze gebouwen willen omgaan. We denken zowel aan kortetermijnaanpassingen – alle verlichting wordt geleverd door ledlampen, en de resterende energie willen we zelf produceren met zonnepanelen – als aan ingrepen op middellange termijn. Zoals bijvoorbeeld de biomassaketel die we tegen 2023 in gebruik willen nemen, en die – samen met de aanleg van een warmtenet – energie zal leveren voor de accommodatie van de voetbal- en tennnisclub die ook op die site zullen worden gebouwd. We betrekken de beide clubs, die hun gebouwen in eigen beheer zullen neerzetten, uiteraard van in het begin bij de plannen. Samen denken we na over een visie die wij als gemeente dan verder zullen ontwikkelen.”

Waarom vindt u Europese projecten zoals SURE2050 zo belangrijk?
Gedeputeerde Lambrechts: “Publieke gebouwen zijn belangrijk voor een lokaal bestuur. Het zijn meestal ontmoetingsplekken tussen het bestuur en de burgers, waar duidelijk wordt hoe een gemeente met klimaat, energie en duurzaamheid aan de slag gaat. Het realiseren van duurzaam vastgoed heeft op die manier meer voordelen dan enkel de energie- en onderhoudsfactuur verlagen. De gebouwen kunnen steeds meer multifunctioneel worden ingezet, zich aanpassen aan wijzigende noden, een gezond binnenklimaat garanderen of afgestoten of afgebroken worden. Al deze keuzes en visies kunnen gemeenten vastleggen in een strategisch vastgoedplan, een soort van meerjarenplan over de verschillende legislaturen heen voor het gemeentelijk patrimonium.
Het project SURE2050 wil zo samen met de Vlaamse gemeenten en steden en de Vlaamse overheid het publiek patrimonium toekomstbestendig maken. Dit is een belangrijke stap naar klimaatneutraliteit waar de overheid een voorbeeldrol in kan opnemen. Door de juiste kennis en instrumenten in combinatie met praktische en individuele ondersteuning aan te bieden, zet SURE2050 zich niet enkel in om Vlaanderen tot de top van Europa te laten behoren maar vooral naar een beter en groener patrimonium te gaan voor de burgers.”

En wat is jullie strategie in Hechtel-Eksel? Gaan jullie voor een eerder voorzichtige aanpak, elk jaar een beetje en niet meer dan de huidige norm? Of kijken jullie vooruit?
Schepen Martens: “Wij kijken zeker vooruit. Uiteraard moet je soms op korte termijn ingrepen doen, om het comfort te verbeteren of het energieverbruik van een bepaald gebouw te doen dalen, maar we zijn dus ook een langetermijnvisie aan het ontwikkelen waarbij we van een integrale aanpak uitgaan. We bekijken welke gebouwen nog potentieel hebben.”

Begin september werd er een meetcampagne van de energieverbruiken van de sporthal in Eksel opgestart. Wat is juist de bedoeling hiervan?
Schepen Martens: “De sporthal werd in twee fases gebouwd en we willen inzicht krijgen in het energieverbruik voor verwarming tussen de twee verschillende gebouwdelen om na te gaan waar we enerzijds energie moeten besparen en anderzijds hernieuwbare of CO2-neutrale technieken kunnen implementeren. We denken namelijk aan een biomassa-installatie. De data die we genereren tijdens de meetcampagne zal heel waardevol zijn om de juiste beslissing te nemen en de installaties hierop de dimensioneren. Idem met de verlichting. Ook deze wordt gemonitord om na te gaan waar de grootste energiewinsten te halen zijn. Om de uitvoering via een ESCO met burgerparticipatie te laten gebeuren is het belangrijk een correcte voor- en nasituatie te kennen. Door het elektriciteitsverbruik in detail te monitoren kunnen we ook nagaan of elektrische laadpalen, opslag of een microgrid opportuniteiten zijn. Gelukkig kunnen we voor deze technische vraagstukken beroep doen op de knowhow van onze partners binnen RHEDCOOP: Dubolimburg en REScoop Vlaanderen.”

Hoe proberen jullie in Hechtel-Eksel de burgers er bij te betrekken?
Schepen Martens: “We zullen uiteraard gesprekken voeren met de verantwoordelijken van de verenigingen. Zo zitten we aan tafel met de KSA wiens gebouw aan renovatie toe is, ik denk bijvoorbeeld alleen al aan het raamwerk dat dringend aangepakt moet worden. Ik geef wel even mee dat het gebouw geen eigendom is van Hechtel-Eksel, maar wel op grond staat die eigendom is van de gemeente. Het gebouw van de Chiro is overigens ook al klaar, en er is vooral in Eksel – met ook nog het lokaal van de KLJ, het oude parochiecentrum dus – nog een lacune.
In Hechtel zitten we iets beter: daar staan al een aantal nieuwe verenigingsgebouwen.
Maar vooral: een aantal dingen kan je niet van vandaag op morgen aanpakken, dus daar komt onze visie ook weer goed van pas.”

Wat staat de komende jaren in uw gemeente nog op de planning? Wat hebben jullie al gerenoveerd?
Schepen Martens: “Heel concreet zijn we gemeenschapscentrum De Schans, samen met de biovelden die nodig zijn voor de biomassaketel, aan het renoveren. De Sporthal volgt dus met ledverlichting en zonnepanelen. Het gebouw zal uiteraard ook gebruik maken van de biomassaketel die er tegen 2023 zal staan.
Op middellange termijn – binnen een paar jaar – zullen we het gemeentehuis uitbreiden met een nieuwbouw die het oude gedeelte zal integreren. Het spreekt voor zich dat dat een duurzaam gebouw wordt. Verder kijken we naar de KSA en KLJ van Eksel.
Tot slot zullen we inzetten op duurzame mobiliteit, zowel wat eigen gemeentelijke medewerkers als inwoners en schoolgaande jeugd betreft. Ik denk daarbij aan het opwaarderen of aanleggen van fietspaden, verlichting van die fietspaden en de opstart van het bovenlokale Mobipunt waar wij mee bij betrokken zijn.”

Tot slot: ook andere gemeenten kunnen baten hebben bij de aanpak die Hechtel-Eksel hanteert. Heeft u tips voor andere Limburgse gemeenten?
Schepen Martens: “Ik zou om te beginnen de andere Limburgse gemeenten warm willen maken voor de aanpak van zowel Rhedcoop als SURE2050. Wij zijn zeer tevreden over de meerwaarde die de beide projecten bieden: als kleine gemeente hebben wij zoals gezegd niet de knowhow en up-to-date-informatie die nodig is voor dergelijke projecten. Ik durf zelfs zeggen dat als we niet via Rhedcoop hadden gewerkt, we in de Sporthal waarschijnlijk nog niks hadden gedaan, of misschien iets uitgevoerd dat we eigenlijk beter en efficiënter hadden kunnen doen. Een heel groot voordeel van de beide projecten is dat het patrimonium kritisch wordt bekeken en dat de potentiële winsten duidelijk worden belicht.
En tot slot: door de helikoptervisie die de beide projecten hanteren hebben we geld gespaard. Anders hadden we misschien 130.000 euro uitgegeven aan een gebouw dat niet meer renovatiewaardig was of dat zelfs op korte termijn zou geherlokaliseerd worden binnen de nieuwe visie die we hebben ontwikkeld.”

Gedeputeerde Lambrechts: “Als provincie nemen we onze verantwoordelijkheid naar de gemeenten, we steunen hen, geven het goede voorbeeld en voeren zelf een consequent en ambitieus beleid. We hopen dat binnenkort vele andere Limburgse gemeenten Hechtel-Eksel gaan volgen en gaan intekenen op de SURE2050 oproep om ‘geassocieerde gemeente’ te worden. Gemeenten krijgen dan toegang tot de tools van SURE2050 via het leerplatform en kunnen de toekomstige webinars en events volgen.”

 

Contact

Sure2050
This project has received funding from the European Union's Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 844902.